32

    

 

 

Reeds van kleinsaf was ik ervan overtuigd dat de mens meer was dan een samenhang van beenderen en wat spieren alleen. Het verwonderde mij niet dat er een grote wisselwerking bleek te bestaan tussen het fysieke en het psycho-emotionele (verbondenheid tussen lichaam en geest). Hierdoor heb ik, reeds bij aanvang van mijn praktijk, ervoor geopteerd om alle patiënten te behandelen met al de kennis en kunde die ik doorheen de jaren vergaard heb. Tot op vandaag maak ik in mijn behandelingen van patiënten geen onderscheid meer tussen kinesitherapie, manuele therapie, osteopathie, cranio sacraal therapie of reflexintegratie. Het gaat om een geïntegreerde behandeling, op maat van de patiënt en zijn klachten.

 

 

In deze praktijk is er aldus voor gekozen om de patiënten op een hollistische manier te benaderen.  Dat wil zeggen dat de mens - in dit geval de patiënt - in zijn geheel wordt benaderd en dat er naar de oorzaak van de klachten wordt gezocht.  Deze visie wordt eveneens doorgetrokken naar de behandelingen, er wordt dus niet louter 'symptomatisch' behandeld.

 

Om aan dit principe te voldoen, en een zo breed mogelijk behandelingsveld te kunnen bestrijken, ben ik mij steeds verder blijven specialiseren.

 

 

Aanvankelijk ben ik gestart met de basisopleiding Kinesitherapie aan de KULeuven en heb ik aansluitend de opleiding Manuele Therapie, eveneens aan de KULeuven, gevolgd. 

Deels omdat de interesse gewekt was en deels omdat ik merkte dat ik een aantal patiënten niet voldoende kon helpen, ben ik verder op zoek gegaan naar cursussen en opleidingen die mij verder konden brengen in mijn zoektocht naar een zo efficiënt mogelijke manier om mensen verder te helpen. 

 

 

Na het volgen van allerhande specialisatiecursussen manuele therapie in binnen -en buitenland, ben ik eerst bij het Neuro Orthopedic Institute beland waar ik mij gedurende enkele jaren gespecialiseerd heb in het behandelen van problemen i.v.m. het zenuwstelsel. Nadien ben ik dan bij het FICO (Flanders International College of Osteopathy) terechtgekomen, waar ik de opleiding Osteopathie gevolgd heb.  In deze opleiding maakte ik kennis met het meer subtiele van en in de behandelingen en werd via de craniale osteopathie de link gelegd naar het psycho-emotionele aspect.

 

 

Nu was mijn interesse helemaal gewekt, omdat bleek dat dit psycho-emotionele aspect de ontbrekende schakel was in het behandelingspakket.  Het besef was er al veel langer, maar de mogelijkheid om dit te integreren in de behandelingen nog niet.  Mijn verdere zoektocht heeft mij toen naar het Upledger-instituut gebracht, waar ik mijn opleiding Cranio-Sacraal Therapie gevolgd heb.  Mijn behandelingskader was hiermee voltooid. Nu rest mij de levenslange uitdaging om dit kader zo volledig mogelijk op -en in te vullen.

 

Het verder invullen van dit kader heeft mij ondertussen geleid naar het Masgutova-instituut, waar ik recent gestart ben aan de opleiding Neuro-Sensory-Motor and Reflexintegratie.

 

 

 

Hieronder geef ik een overzicht van de verschillende therapieën waarmee in deze praktijk gewerkt wordt.

 

 

 

 

Kinesitherapie

 

 

De opleiding kinesitherapie, zoals ik deze genoten heb, bestond voornamelijk uit een grondige wetenschappelijke basiskennis (anatomie, fysiologie, neurofysiologie, pathologie, ...) en het aanleren van de behandelingstechnieken in elk domein dat de kinesitherapie toen bestreek (locomotorisch systeem (alles wat betreft spieren, gewrichten en beenderen), cardiovasculair systeem (hart- en vaatproblematiek), ademhalingssysteem, neuromotorisch systeem (aandoeningen van het centraalzenuwstel zoals CVA, MS, Parkinson, ... ). Jammer genoeg werd er toen vooral nog nadruk gelegd op het symptomatisch behandelen van een aandoening : bv. bij schouderpijn ging je vooral de schouder onderzoeken en behandelen.

Op zich was de opleiding zeer interessant en leerrijk, maar tegelijkertijd kwam ook het besef dat ze ontoereikend was. Uiteindelijk had ik tijdens mijn stage het geluk en de kans om stage te lopen bij een -op dat moment- zeer vooruitstrevend manueel therapeut en het is daar dat mijn ogen serieus zijn opengegaan. Als wedervraag op mijn antwoorden op zijn vragen, volgde steevast : 'en waarom' ... 'en waarom' ... totdat bleek dat het antwoord veel ruimer was dan de puur symptomatische klacht waarmee de patiënt binnenkwam.

Het stond dus na 2 dagen vast dat Manulele Therapie mijn volgende stap zou zijn.

 

Voorbeeld uit de praktijk :

 

Een patiënt met bewegingsbeperking in het enkelgewricht kan perfect behandeld worden met mobilisatietechnieken uit de kinesitherapie.

 

Vanuit de verdere specialisaties kan/zal eventueel verder gezocht worden naar het waarom de bewegingsperking van de enkel is opgetreden.

 

 

 

Manuele Therapie

 

 

In deze specialisatie die het locomotorisch systeem bestreek (spieren, gewrichten en beenderen), werden alvast een aantal vragen op het 'en waarom ... en waarom' beantwoord. Met Manuele Therapie kwamen we al een heel eind verder: dezelfde schouderpijn van bij de 'kinesitherapie' kon nu ook afkomstig zijn vanuit de nek, de bovenrug, eventueel vanuit de pols of elleboog. En we konden het nog behandelen ook. Helaas bleef één item van het locomotorisch systeem zwaar onderbelicht nl. het perifeer zenuwstelsel. Patiënten met problematieken waar het perifeer zenuwstelsel bij betrokken was (zenuwpijnen, zenuwuitval, uitstralingspijnen, ...) , bleven dus ook nu nog deels in de kou staan.

En dus bleven hier en daar nog patiënten die we niet of onvoldoende konden helpen.

 

Voorbeeld uit de praktijk :

 

Een patiënte met een tenniselleboog, waar de tendinitis aan de elleboog zijn oorsprong vond in de aanhechting van de spier ter hoogte van de pols waar een botje geblokkeerd was.

 

 

 

Neuro Orthopedic Institute

 

 

In het begin van mijn opleiding Manuele Therapie aan de KULeuven, kwam ik eerder toevallig in contact met het begrip 'Neurogene Mobilisaties'. Het bleek een 'eye-opener'. Aangezien deze materie maar zeer summier aan bod kwam tijdens de opleiding Manuele Therapie, ben ik gelijktijdig de opleiding 'Neurogene Mobilisaties' aan het Neuro Orthopedic Institute gaan volgen. Het manco in de opleiding Manuele Therapie was hiermee voor mij opgelost.

Toch bleven hier en daar nog patiënten die we niet of onvoldoende konden helpen.

 

Voorbeeld uit de praktijk :

 

Patiënt met een drop-voet (verlamming) maar nog met een minimum aan doorstroming van de zenuw. Volledig herstel na 6 maanden.

 

Patiënt met achillespeesontsteking waar het oorzakelijk probleem in de lage rug lag.

 

 

 

Osteopathie    

 

          

Mijn basisdrijfveer nl. antwoorden op de vragen 'en waarom ... en waarom ...' , leidde mij algauw naar de opleiding Osteopathie. En ja, ik kon weer een paar 'waaroms' van de lijst schrappen.

Osteopathie steunt op drie pijlers : structurele osteopathie, viscerale osteopathie en craniale osteopathie.

 

Structurele osteopathie is te vergelijken met manuele therapie: vnl. het locomotorisch systeem (spieren, gewrichten en beenderen) wordt hier behandeld.

 

In de Viscerale Osteopathie komt heel het domein van de organen en voeding aan bod, alsook de linken met en naar het locomotorisch systeem. Onze patiënt met schouderpijn kende heel wat beterschap nadat de maag werd behandeld. Door te minderen met koffie drinken werd de peesontsteking van een andere patiënt ineens een stuk minder pijnlijk.

 

Voorbeeld uit de praktijk :

 

Patiënte die op de wachtlijst stond voor een linker Totale Heupprothese wegens zware artrose. Patiënt blijkt ook zware constipatie te hebben en een zeer slecht en onregelmatig voedingspatroon. Ze kan niet langer dan een paar minuten blijven rechtstaan wegens pijn aan de heup.

Na behandeling van de constipatie en aanpassen van het voedingspatroon is de 'artrose' verdwenen, de pijn weg en het probleem opgelost. Nu 12 jaar later loopt patiënte nog altijd gezwind rond. Met haar eigen heupen.

 

Patiënte met hevige rugpijn ter hoogte van de hoge lenden. Patiënte blijkt met moeite één (!) glas te drinken per dag en kent fruit en groenten van hore zeggen.

Na één behandeling om de spieren los te maken en het advies om tegen de volgende week 1,5 liter per dag te drinken, was het probleem volledig opgelost en de pijn volledig weg. De rugpijn was een uiting van de nieren door een vochttekort.

 

 

De Craniale Osteopathie behandelt dan weer het domein van alles wat met schedel (cranium), heiligbeen (sacrum) en alle verbindingen daartussen (ruggemerg en bezenuwing) te maken heeft. Via deze therapie konden we ook weer een aantal patiënten helpen, waarbij het voordien niet of moeizaam lukte : hoofdpijnen, reflux, orgaanproblematieken (de grote zenuw (n. vagus) die naar een groot aantal organen loopt, komt uit de schedel), slikproblemen, stotteren, ... Omdat deze behandelingstechnieken uitermate zacht zijn, zijn ze zeer geschikt naar baby' en kinderen (reflux, scheefstand van het hoofd, dwangstand van de nek, (in-slaapproblemen, onrust, ...) .

 

Voorbeeld uit de praktijk :

 

Jongen van 5 jaar met zeer zware stotterproblemen die op de wachtlijst ( 6 maanden) stond bij de gespecialiseerde dienst spraakproblemen van het UZ Gent. In afwachting werd de jongen door de huisarts doorverwezen.

Na 9 behandelingen Craniale Osteopathie was er een zeer duidelijke verbetering merkbaar en was het stotteren met 50% verminderd. Afzonderlijke woorden konden zelfs zonder stotteren uitgesproken worden, wat voordien niet mogelijk was. De agressieve boosheid vanuit zijn frustratie was ook verdwenen.

 

Vrouw van 70 jaar met klachten van tinnitus (tuut in het oor) sinds verschillende jaren. Sinds het probleem sliep ze geen enkele nacht meer door en moest ze elke nacht het bed uit; nachtelijke huishoudelijke taken om het oorfluiten te onderdrukken werden een gewoonte.

Negen behandelingen later was 90% van de tinnitus verdwenen, was haar slaappatroon genormaliseerd en stond de afwas 's morgens op de echtgenoot te wachten.

 

 

Evenwel, groot manco in alle genoten opleidingen bleef het psycho-emotioneel aspect; hoewel er in de opleiding craniale osteopathie hier en daar toch iets doorsijpelde, werd er verder niet op ingegaan.

 

 

                                                

Cranio Sacraal Therapie (CST)

 

 

Omgekeerd aan de craniale osteopathie wordt in de craniosacrale therapie veel minder aandacht besteed aan het structurele maar veel meer aan het psychologisch-emotionele. De opleiding aan het Upledger Instituut was tegelijkertijd een soort van therapieopleiding en er werd zeer ruim de tijd en diepte genomen om zowel de student-patiënt te bespreken als de student-therapeut, met jezelf zowel in de rol van patiënt als therapeut. Dit was zeer verrijkend : zowel om inzicht te krijgen in de problematiek van de patiënt als in jouw mogelijkheden en knelpunten als therapeut.

En laat nu die patiënt met zijn tenniselleboog, die gedurende twee jaar met geen enkele andere therapie geholpen raakte (linken naar nek, pols, organen, ontstekingsremmers, cortisone-infiltraties, ...), na één behandeling CST in tranen uitbarsten en een uur later van haar tenniselleboog genezen te zijn en tot op de dag van vandaag (tien jaar later) nog altijd geen last meer blijkt te hebben. Bij deze patiënt zat het probleem duidelijk niet in het fysieke lichaam.

 

Een verder woordje uitleg over Cranio Sacraal Therapie

 

'Cranio' is afgeleid van het Latijnse woord 'cranium' en betekent 'schedel', 'sacraal' is afgeleid van het Latijnse woord 'sacrum' en staat voor 'heiligbeen'. De therapie bestaat dus uit het behandelen van de schedel en het heiligbeen en alle neurogene structuren daartussen. En bij uitbreiding het hele lichaam omdat de perifere zenuwen over het hele lichaam reiken. CST kan dus op elk deel van het lichaam uitgeoefend worden.

 

Tussen de hersenen liggen een aantal hersenkernen waar het hersenvocht geproduceerd wordt en van waaruit het rondgepompt wordt naar de rest van het lichaam via ruggenmerg en zenuwen. Het hersenvocht, ruggenmergvocht en het vocht rond de perifere zenuwen is dus hetzelfde. Men kan het een beetje vergelijken met het hart dat het bloed door heel het lichaam pompt via grote en kleinere bloedvaten tot in de haarvaten; deze puls is te voelen onder de vorm van de hartslag of de polsslag. Ook de puls door de hersenkernen is te voelen doorheen heel het lichaam, zij het niet onder de vorm van een puls maar onder de vorm van een zachte golfbeweging. Deze golfbeweging is door de therapeut zeer goed te voelen en te beoordelen naar kracht, intensiteit en frequentie. Afwijkingen in deze kunnen gelinkt worden aan klachten van de patiënt. Deze golfbeweging van het hersenvocht is eveneens de link tussen het fysieke en het psycho-emotioneel welzijn. Via het werken met deze golfbeweging kan men dus invloed uit oefenen op klachten die een psycho-emotionele grondslag hebben. Deze klachten kunnen zich uiten onder de vorm van 'zuiver' psycho-emotionele klachten (depressies, (inslaap)problemen, burn-out, niet-goed-in-het-vel zitten zonder aanwijsbare reden, nachtmerries, ..., als onder de vorm dan de klassieke fysieke klachten, waarmee men naar de kinesitherapeut gaat (hoofdpijn, nek- en rugpijn, tenniselleboog, gespannen spieren, CVS, fybromyalgie, recidiverende letsels, fysieke klachten die ondanks alle mogelijke soorten fysieke therapieën niet opgelost raken, ...). Onderliggend blijkt dus vaak een psycho-emotioneel (trauma-/stress-)probleem te zitten. Het verschil tussen beide is dat er in de tweede groep wel degelijk een fysiek probleem is, maar dat het wordt uitgelokt, onderhouden, opgeblazen door het onderliggende CST-probleem. En zo lang de onderliggende oorzaak niet behandeld is ...

 

CST is dus een zeer zachte manuele behandelvorm waarbij gebruik gemaakt van zeer zachte specifieke technieken. Deze technieken kunnen op heel het lichaam uitgeoefend worden, maar worden in de eerste plaats op de schedel uitgeoefend. De schedel bestaat uit verschillende botstukken die bij de geboorte allemaal los staan van elkaar (ze moeten bij de geboorte over elkaar kunnen schuiven om het hoofdje door het geboortekanaal te laten passeren). Bij het opgroeien geraken de naden tussen de verschillende schedelbotten min of meer vergroeid. Min of meer want ze laten nog altijd een minimum aan 'beweging' toe. Deze speling tussen de verschillende botstukken is te voelen : elk botstuk heeft zijn eigen specifieke bewegingsrichting; afwijkingen in deze richting, in frequentie of intensiteit kunnen door de therapeut gevoeld worden en in verband gebracht worden met klachten van de patiënt.

 

Wat voor sommige patiënten met een psycho-emotioneel probleem een voordeel kan zijn, is dat er tijdens de therapie niet gepraat hoeft te worden. Er hoeven geen diepgravende gesprekken gevoerd te worden; het staat de patiënt volledig vrij in hoeverre hij/zij zijn of haar probleem aankaart. Vermits het een manuele behandeling is, worden de spanningen manueel weggewerkt, met een positief resultaat naar het psycho-emotioneel welzijn. Aangezien er soms tijdens of na de behandeling zaken naar boven kunnen komen die zwaar kunnen doorwegen is hulp door een psycholoog soms toch aangewezen.

 

Vermits het een (zachte) therapie is waar niet gepraat hoeft te worden, is de therapie ook uitermate geschikt voor kinderen met psycho-emotionele problemen. Ondanks de zachtheid van de therapie, kunnen de reacties soms zeer hevig zijn.

 

Voorbeeld uit de praktijk :

 

Tweejarige jongen, veelvuldige middenoorontstekingen waarvoor meermaals vruchteloos buisjes gestoken, elke ochtend heel het hoofdkussen besmeurd met vuil uit de oren, zéér agressief naar omgeving (ouders, broertjes, klasgenoten), dagelijks gevecht om te wassen, aan te kleden, ...

Tijdens de eerste behandeling kwam bij de jongen alle agressie naar boven, zodanig dat de ouders moesten ingeschakeld worden om hem op tafel te houden, het schuim stond letterlijk op zijn lippen.

Na een paar behandelingen CST verminderde geleidelijk aan het vuil op het hoofdkussen, verminderden de oorontstekingen, werd de jongen minder agressief. Na 9 behandelingen was alles genormaliseerd : de jongen maakte geen enkel probleem meer naar de omgeving, maakte vriendjes, liet zich wassen en aankleden zonder problemen. Ook het behandelen vormde geen enkel probleem meer.

 

 

Meisje van 4 met veel angsten, eetproblemen, slaapproblemen, weinig tot geen sociale contacten met klasgenootjes. Het meisje verschool zich de bij de eerste behandeling achter de mama in de wachtzaal. Het kind werd bestempeld als een zeer angstig en introvert kind.

Bij onderzoek blijkt het hoofdje (de schedel) zeer hard en gespannen te zijn. Bij de tweede CST-behandeling sprong het meisje spontaan op de behandeltafel met de woorden 'hier ben ik'. Vier behandelingen later was de metamorfose compleet : het meisje sliep terug, at terug en maakte vriendjes in de klas. Het introverte kind was extrovert geworden ?

 

 

Jongetje van drie met zware reflux van bij de geboorte. Kreeg van bij de geboorte zware zuurremmers (voor volwassenen). De jongen at nog nauwelijks en had zware gewicht -en groeiachterstand.

Na één (!) behandeling was de reflux gestopt. De jongen werd wel agressief : hij had honger, maar de ouders waren het gewoon om voor hem geen eten te voorzien. Van het moment dat de ouders dit doorhadden, was ook dat probleem opgelost. De jongen werd nog wel een aantal keren behandeld om het resultaat te bestendigen.

 

 

 

Bovenstaande voorbeelden zijn maar een klein greepje uit een heel aantal en ze zijn ook niet allemaal zo spectaculair. Maar ze geven wel een beeld van wat met CST mogelijk kan zijn.

 

 

 

Neuro-Sensory-Motor and Reflexintegratie

 

 

Omdat ik nog maar net begonnen ben met deze opleiding, kan ik nog maar heel geleidelijk de principes van deze therapie integreren in mijn behandelingen.

 

Voor een uitgebreide uitleg i.v.m. deze therapie, verwijs ik u graag naar de website van het Masgutova-instituut :

www. masgutovamethode.nl

 

 

 

Sportkinesitherapie

 

 

Omdat in deze praktijk steeds naar de oorzaak van het probleem wordt gezocht, wordt elk sportletsel volgens bovenstaande behandelfilosofieën aangepakt.

 

Voorbeeld uit de praktijk :

 

Een sporter met een adductorentendinitis blijkt een geblokkeerd bekken te hebben, waarbij continue tractie op de pees veroorzaakt wordt. Na normalisatie van het bekken was de 'tendinitis' genezen.

 

Bij een sporter met een steeds terugkerend hamstringletsel blijkt het probleem in de lage rug te liggen. Nadat de lage rug behandeld was, was het probleem in de hamstrings opgelost.

 

 

Naast het behandelen van letsels, kan ook gewerkt worden aan het optimaliseren van de uitvoeringsbeweging. Vaak zijn er onopgemerkte blokkades die een al of niet subtiele verandering van het bewegingspatroon uitlokken. En een niet optimaal uitgevoerde beweging boet in in snelheid en kracht. Vaak treden ook compensaties op die uiteindelijk leiden tot kwetsuren en erger nog tot recidiverende kwetsuren. De uiteindelijke symptomatische klacht wordt wel behandeld, maar niet het onderliggende uitlokkende probleem.

 

Voorbeeld uit de praktijk :

 

Een topzwemmer met een peesontsteking ter hoogte van de schouder. Sinds enkele weken is hij wegens de pijn niet meer aan het trainen.

Bij het onderzoek blijkt de mobiliteit van zijn ribbenrooster beperkt te zijn, wat een veranderd bewegingspatroon in zijn schoudergewricht uitlokt. Bij navraag blijkt hij bij het zwemmen moeite te hebben om de optimale zwembeweging aan te houden en snel in een compensatie-beweging te vallen (tot grote ergernis van de trainer).

Na behandeling van de peesontsteking en het normaliseren van de mobiliteit van het ribbenrooster was het probleem opgelost en was hij in staat om een perfecte beweging van de schouder uit te voeren.

Na een eerste training meldde hij dat hij -ondanks 8 weken niet getraind te hebben- nog nooit zo snel en soepel door het water gegleden was als nu. Zijn persoonlijk record op 100m rugslag heeft hij -zonder trainen-verbeterd met enkele tienden van een seconde : het verschil tussen zwemmen met een compensatie-beweging en de mogelijkheid tot een perfect uitgevoerde beweging.

 

 

 

Pre- en Postnatale Therapie

 

 

Aangezien de pre-en postnatale therapie, beperkt is geworden tot slechts 9 sessies, wordt het prenatale luik vaak beperkt tot één sessie met uitleg, advies en een paar praktische tips; veelal wordt dit luik overgenomen door de bevallingscentra.

 

Het postnatale luik omvat bekkenbodem- en buikspieroefeningen en bij uitbreiding stabilisatie-oefeningen voor heel de schouder-romp-bekken-as. De oefeningen zijn een selectie uit verschillende domeinen : yoga, pilates, dans, callanetics, fitness, reflexintegratie, ... Niet alleen de buikspieren worden getraind, maar worden geïntegreerd in een groter geheel. Ook hier wordt weer niet louter symptomatisch gewerkt, maar met oog voor het hele lichaam.

 

Er wordt dus steeds gezocht naar de best mogelijke oefeningen voor de elke patiënte, rekening houdend met ieders lichaam, startniveau, voorgeschiedenis, eventuele klachten (die zo mogelijk eerst worden opgelost), ....

 

 

Revalidatie en Fitness

 

 

De praktijk is uitgerust met een volledig uitgeruste fitness-ruimte, zowel voor krachttraining als voor cardiovasculaire fitness. De ruimte is ingericht met toestellen uit de medische trainingstherapie, wat toelaat om elke revalidatie op te starten met zelfs 50g, als met fitnesstoestellen die toelaten om te trainen tot tot 100kg.

 

Wat de revalidatie of oefentherapie betreft, wordt steeds eerst behandeld tot een normaal bewegingspatroon mogelijk is. Zoals hierboven reeds beschreven, heeft het geen enkele zin om een beweging aan te leren als het bewegingspatroon niet zonder compensaties kan uitgevoerd worden. Integendeel. Dit zou uiteindelijk alleen maar leiden tot andere kwetsuren.

 

In eerste instantie lijkt deze aanpak trager te werken dan dadelijk met oefentherapie te starten en niet te behandelen. Maar eens de beweging correct kan uitgevoerd worden, kan er veel sneller en intensiever geoefend worden. De aanvankelijke 'vertraging' wordt nadien ruimschoots goed gemaakt om te eindigen met 'voorsprong' : een correct uitgevoerde beweging, zonder compensaties en met alle weefsels die betrokken zijn bij de kwetsuur (spieren, gewrichten, bezenuwing, ...) in optimale staat.

 

Voorbeeld uit de praktijk :

 

Twee broers (70 en 60 jaar) met toevallig een zelfde kwetsuur aan de schouder (operatief herstel m. supraspinatus spierscheur).

De oudste broer werd in deze praktijk behandeld volgens hierboven beschreven principes, de jongste broer was in behandeling in een andere praktijk en werd behandeld volgens de klassieke revalidatie-methode (oefentherapie en geen behandeling). Na een paar weken kreeg ik subtiel te horen van mijn patiënt dat de jongere broer er toch al veel beter voorstond. Nog een paar weken later was het verhaal echter reeds omgedraaid en stond mijn patiënt al veel verder in zijn revalidatie dan zijn jongere broer.

En om het verhaal compleet te maken ... nog een paar weken later werd de jongere broer hier ook behandeld omdat hij volledig stagneerde en geen enkele vooruitgang meer boekte. Bij navraag en onderzoek bleek hij niet éénmaal behandeld te zijn, zaten de spieren rond nek en schouder volledig vast en zaten in zijn schouderbeweging tal van compensaties.